Dag 15 – Een reisdag met wat obstakels

20 augustus 2017 - Münster, Duitsland

Om 9 uur zijn we opgestaan en hebben we koffie gedronken, nog wat dingen opgeruimd en Brandon uit z’n tent gehaald. Die tent moest natuurlijk ook nog ingepakt worden. Dat is geen enorme klus, maar het ding was wel zeiknat van de dauw, bah. Brandon had al eerder gezegd dat er een muis onder zijn tent zat, want hij hoorde steeds iets en vond wat afgeknabbelde nootjes of zoiets. Toen hij z’n tent opbrak, kwamen er tientallen van die nootjes tevoorschijn, hahaha. Brandon z’n tent was de muis zijn restaurant, daar kon hij lekker droog en rustig eten. Even na tienen zijn we naar voren gelopen om de sleutels van het hek terug te geven en afscheid te nemen, ook bah. Eerst kletsten we nog gezellig, maar toen het punt daar was, wou Judith ons een hand geven en … begon ze te huilen. Natuurlijk schoot ik ook vol. Ze stamelde nog wat afscheidswoorden en maakte zich uit de voeten naar het restaurant-gedeelte. Pfff, het blijft altijd lastig om niet te weten of en wanneer je elkaar weerziet. Ze gaan het komend jaar wel door Nederland toeren met hun camper, maar zijn natuurlijk uitgenodigd door tientallen mensen van de camping. Dus…wie weet? Toen we door de slagboom reden (nou ja…er onderdoor natuurlijk) zat ze vanuit het kantoor te zwaaien met een behuild gezicht, vreselijk. Ik heb het daar wel moeilijk mee gehad de eerste kilometers, maar ja…op den duur ging het wel over. Ik heb bijna de hele weg zit dommelen, want ik ben al twee dagen vreselijk moe en dit soort dingen hakt er nog meer in. Gelukkig hadden we het grootste deel van de route droog en mooi weer en op het laatste deel één keer een bui. Om even voor half vier waren we op de camping in Münster. Onze plek is best ruim vergeleken bij de meeste, maar het is een beetje jammer dat we met onze voortent naar de overburen hun tent kijken. Het lijkt alsof we bij elkaar horen, maar het moet nu eenmaal zo. De buurvrouw kwam er wel direct met een accuboormachine aan om de poten uit te draaien! Wat ons betreft het toppunt van luiheid voor iets wat maar een paar minuten duurt, maar wel aardig om aan te bieden. En wat ons nog nooit gebeurd is in al die tijd dat we met deze caravan en voortent weggaan, de voor- en zijflappen van de tent hebben op alle manieren ingeritst gezeten voordat ze goed zaten. Wat een toestand. Ik kon helemaal niet nadenken en ook Brandon bakte er niks van. Natuurlijk werd Reint daar geïrriteerd door, want die was met andere dingen bezig en dirigeerde mijn naar binnen om koffie te maken. Ondertussen begon het te regenen, zodat we hals over kop de stoelen, fotocamera en Brandon’s tent naar binnen moesten slepen. Jeetje, wat een aankomst. Natuurlijk kwam het na wat rust en een bak koffie allemaal goed en stond de boel er prima bij.

Onze dochter en Arnoud stonden inmiddels al kant-en-klaar in Wenen op de camping. Hun reis was ook voorspoedig gegaan vandaag, maar ook bij hun liet de aankomst wat te wensen over. De haringen wilden de grond niet in, waardoor Arnoud aangaf nooit in zijn leven weer te willen kamperen en tot overmaat van ramp zat er in een tent verderop non-stop een hond te blaffen…moet je net bij haar zijn (of bij haar ouders, hahaha). Na een uurtje was alles weer gekalmeerd en wie weet kamperen ze volgend jaar toch nog een keer.

Wij zijn vanavond uit eten gegaan in een restaurant een paar honderd meter verderop. We waren eerst naar het campingrestaurant gelopen, maar die zat tjokvol, dus zijn we direct doorgelopen naar de volgende langs de weg hier. Eenmaal binnen zagen we hoe sjiek het er eigenlijk was en daar stonden wij in onze vakantie-outfit (joggingbroeken), maar ja…ze lieten ons wel binnen. Ook het eten was sjiek, we kregen voor het hoofdgerecht een soort amusehapje en het was allemaal lekker!!! We vonden de prijzen wel erg Nederlands en toen (wat wij denken) de eigenaar zelf kwam afruimen en ons de deur uitliet snapten we ook waarom. Hij was zelf een Nederlander en erg aardig, want hij vroeg direct of het onze laatste avond hier was (of hij hoopte dat, zodat wij Tokkies niet weer komen). Wij zeiden hier sowieso tot donderdag te blijven en toen gaf ‘ie wel aan dat ze woensdag pas weer geopend zijn en dat we dus nog een keer konden komen. Ik had na het eten weer wat energie, dus misschien komt dat door zijn eten en moeten we nog maar een keer heen. Reint is gaan hardlopen nadat we terug kwamen, ik zat met Tanacha te appen en de overbuurvrouw heeft de hele caravan en voortent gezogen met een kruimeldief. Ze smeet met alle speelgoed van haar nakomelingen en had een herrie in haar eentje…. Even later kwam pa aan met de kids op de fiets en wilde gaan tafeltennissen met het jochie, maar daar stak ma een stokje voor en wees hem op al zijn tekortkomingen in niet mis te verstane woorden. Hij moest nog afwassen, de flessen uitkoken, helpen met opruimen, enz. Het meisje moest op bed en gilde de hele camping bij elkaar, dus het was genieten hier gedurende een half uurtje. Maar we kunnen er nog om lachen en hebben zin om morgen de stad in te gaan. Volgens de overburen kun je fijn fietsen naar de stad en ook Judith en Joachim zeiden al dat dit een fietsstad was.

Foto’s