Dag 12) Vuurtorens, vuurtorens en…heel veel water.

30 juli 2020 - Harboøre, Denemarken

De wekker was gezet, maar het was niet nodig. We hebben op tijd ontbeten en konden daardoor om half tien vertrekken. Het miezerde en was loodgrijs in de lucht en maar 14 C. De eerste stop maakten we binnen het uur, namelijk op het Slettestrand. Te leuke naam om daar voorbij te rijden, toch? Er stond een levensgroot beeld van een krab, het waaide er wel windkracht 17 en we werden zowat gezandstraald toen we uitstapten. Helaas lagen er geen sletten te zonnen dus, maar de wind zorgde voor een spectaculair gezicht met al dat waaidende zand en wat achtergebleven boten op het strand. De tweede stop was in Hanstholm, een windsurfparadijs. Hier komen ook weer 2 zeeën bij elkaar: het Skagerrak en de Noordzee, wat voor gave golven zorgt. Er waren tientallen wind- en kitesurfers bezig, wat we nergens anders hebben gezien. De rest van de ochtend reden we door Nationaal Park Thy, een prachtig duinengebied met veel zicht op zee. Helaas werkte het weer  nog niet mee, want het miezerde de hele tijd en ik heb van de duinen dan ook geen goede foto’s…alleen door het zijraam. We aten in de auto de aanwezige etenswaren op en toen we bijna het park uit waren werd het helemaal droog en kwam af en toe de zon door de wolken piepen. Wel een beetje jammer, maar je kunt niet altijd geluk hebben. Bij de Lodbjerg Fyr (vuurtoren) hebben we even een rondje gelopen en foto’s gemaakt. Heel bijzonder is het ding niet, maar als je toch even wilt pauzeren… Op het schiereiland Thyholm vonden we het ook leuk. Eerst kwamen we een wei met gewone koeien en Schotse Hooglanders tegen. Op mijn Instagram zet ik ook regelmatig foto’s van Hooglanders en ik kon het niet laten om even naar de wei te lopen om ze te lokken. Het waren geen helden. Als ik naar ze keek bleven ze stokstijf staan met het gras nog half uit hun bek, maar als ik me omdraaide naar Reint dan deden ze gauw een paar passen naar me toe. Het blijven gekke, maar leuke beesten. Even verder waren twee vuurtorens, hele kleine. De eerste was gemaakt van dat roestige ijzer en ik ben er zelfs bovenop geweest, zonder angst (zie foto). Langs de trap was een expositie van allemaal natuurdingen uit de omgeving, heel mooi. De tweede was rood met wit en er vlakbij lag een cache, dus daar zijn we ook nog even heen gereden. Op het strand vonden we allemaal mooie stenen en schelpen, een paar gaan mee naar huis. Daarna zijn we over een mooie weg naar ons hotel in Harboøre gereden. De weg loopt bovenop wat kliffen en je hebt er een enorm uitzicht. Dat de zon scheen maakte het alleen maar mooier natuurlijk. Het hotel is supernetjes en behoorlijk opgeknapt. Onze kamer ruikt nog naar frisse verf en ook de aankleding vind ik erg leuk. Overal staan oude meubeltjes met vazen en droogbloemen of schilderijen. Ook zijn er nog originele schilderingen aanwezig van eind 1800, begin 1900. De eigenaar vertelde dat een vriend van zijn opa ze geschilderd heeft en ze stellen het uitzicht voor dat je dus vroeger had als je op precies dezelfde plek stond. We hadden per mail al aangegeven dat we met de pot mee wilden eten (het enige wat ze hier serveren). Dat was hakkebøf (gehaktbal) met uien, gekookte aardappelen en rode bieten. Nou zegt Reint altijd dat hij in de vakantie geen aardappelen wil eten, maar hier krijgen we ze te pas en te onpas. Ook rode bieten zijn favoriet hier, want ik krijg ze al voor de zesde keer of zo. Gelukkig houden wij er ook van, jammie! Voor het eten hadden we al lekker lang de tijd om niks te doen en daar was ik even aan toe. Toch best veel gedaan de afgelopen dagen, al was het niet fysiek heel veel. Ik voel dat ik vermoeid raak, maar alles is ook zo heerlijk en mooi hier. Reint stelde voor om na het eten dan maar niks meer te doen of even lopend een cache te doen, maar nu we 1,5 km van het strand zitten, vind ik het zo zonde om dan niet heen te gaan. Dus we hebben de auto gepakt, een cache gezocht en zijn daarna naar de woeste zee gereden. We zijn weer helemaal onder het zand komen te zitten, maar het was heerlijk. Er staan meerdere bunkers en natuurlijk zijn we ook in/op één geweest. Op het strand lagen leuke, gekke dingen: drijvende zeepokken (nooit eerder gevonden), een eikapsel van een rog (eindelijk!) en de mooiste ronde of ovale stenen. De zon en wolken deden hun best ook weer en de zonnestralen die je naar beneden ziet komen, door de wolken heen, op het water zijn geweldig. Jacobsladders heten ze en ik hou ervan. We blijven hier maar één nachtje en dan…gaan we naar een voor ons heel bekend plekje.

Foto’s